De Nationaal Rapporteur Mensenhandel heeft net haar nieuwe cijfers over 'mogelijke' slachtoffers van mensenhandel bekend gemaakt. Vorig jaar (2014) zijn er 1561 'mogelijke' slachtoffers gerapporteerd. Dit zijn niet alleen slachtoffers van mensenhandel uit de prostitutie, maar uit alle branches tezamen. Het aantal 'mogelijke' slachtoffers van mensenhandel uit de seksbranche is echter wel een grote meerderheid. Een totaal van 1026 'mogelijke' slachtoffers (66%) kwamen uit de seksbranche, en 535 (33%) kwamen uit andere branches.
Het probleem is echter de focus op mensenhandel in de prostitutie. Aangezien bijna iedere sekswerker in Nederland op enig moment in zijn of haar carrière wel eens onderzocht wordt of hij of zij een slachtoffer is. Dat terwijl de focus hierop in andere branches veel minder is. Kortom, de kans dat een slachtoffer van mensenhandel gevonden wordt in de prostitutie is veel groter, aangezien daar veel meer aandacht voor is. Terwijl de focus op andere branches veel minder is, wat dus ook resulteert in het minder gerapporteerde slachtoffers uit die branches.
De 'mogelijke' slachtoffers die de Nationaal Rapporteur Mensenhandel presenteert zijn niet allemaal echt slachtoffer. De rapportages worden gebaseerd op vermoedens dat iemand een slachtoffer zou kunnen zijn. Dit is dan ook de reden dat de Nationaal Rapporteur dit 'mogelijke' slachtoffers noemt, aangezien ze niet zeker weet of dit ook daadwerkelijk slachtoffers zijn of niet. Kortom, de cijfers zijn gebaseerd op vermoedens en niet op feiten. Ook de definities die sommige organisatie van mensenhandel gebruiken is discutabel. Bijvoorbeeld de Koninklijke Marechaussee (KMar) gebruikt ook als definitie van mensenhandel: een sekswerker die vrijwillig voor dit beroep koos, niet wordt uitgebuit, maar hulp heeft ontvangen bij de migratie naar het land waar ze als sekswerker aan de slag wilt gaan (zoals artikel 273f lid 1 sub 3 van het wetboek aangeeft). Geen slachtoffer dus van uitbuiting of dwang, maar gewoon iemand die hulp heeft gehad de grens over te steken op legale wijze.
Maar volgens het rapport zijn er 1561 'mogelijke' slachtoffers gerapporteerd. Dat is meer dan vorig jaar, toen het nog om 1437 'mogelijke' slachtoffers ging, maar nog steeds minder dan de 1711 uit 2012. Terugkijkend op de rapportages van de Nationaal Rapporteur sinds 2000 is het best een verandering, aangezien er toen 'slechts' 341 'mogelijke' slachtoffers werden gerapporteerd. Dus waar komt deze stijging vandaan? Zijn er simpelweg meer slachtoffers om te melden, zoals abolitionisten beweren, of is er een andere reden dat er steeds meer 'mogelijke' slachtoffers worden gerapporteerd Of worden er wellicht gewoon simpelweg meer mensen onterecht gerapporteerd als 'mogelijk' slachtoffer op basis van onterechte vermoedens?
Wat ons hierop een antwoord zou kunnen geven, is het aantal rechtszaken. Immers, als er meer echt meer slachtoffers zouden zijn, zou dat toch ook moeten resulteren in meer rechtszaken. Maar als je naar de cijfers van rechtszaken kijkt, zie je dat daar weinig aan veranderd is. Ja, het aantal rechtszaken is gestegen sinds 2000, van 144 zaken per jaar in 2000 naar 278 zaken in 2014. Maar de toename in rechtszaken (98%) staat niet in vergelijking tot de toename van gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers (358%) van de Nationaal Rapporteur.
In 2000 maakte alle mensenhandel rechtszaken nog 42% uit van alle gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers. Terwijl het aantal rechtszaken nu nog maar 17% uitmaakt van alle 1561 gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers. Het verschil in aantal rechtszaken en gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers was in 2000 nog maar 134 stuks, terwijl dat verschil nu is opgelopen tot 1220 meer gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers dan daadwerkelijke rechtszaken!
Bovenstaande grafiek toont mooi aan hoe de stijging van gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers is geweest ten opzichte van de stijging in rechtszaken vanaf 2000. Dus terwijl er een lichte stijging is te zien is het aantal rechtszaken, is de stijging in het aantal gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers enorm. Helemaal vanaf het jaar 2007 is het aantal gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers enorm gestegen, en is deze veel meer gaan stijgen ten opzichte van het aantal rechtszaken, waardoor er iets fout lijkt te gaan. Deze twee dingen suggereren dat er veel meer mensen onterecht gerapporteerd worden als 'mogelijk' slachtoffer, aangezien de stijging daarvan niet in vergelijking staat tot het aantal rechtszaken. Kortom, meer mensen worden dan onterecht gerapporteerd als 'mogelijk' slachtoffer, terwijl ze dat helemaal niet zijn.
En dit beeld werd ook bevestigd in het vorige rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, waar een aantal van dit soort gevallen eruit gelicht werd in het rapport. Ik geef hier twee voorbeelden van vrouwen die in dat rapport werden meegeteld als gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers om dit te illustreren:
"Het Sluisteam van de KMar [Koninklijke Marechaussee, red.] heeft in het kader van de controles bij de zogenoemde risicovluchten uit Bulgarije gesproken met een Bulgaarse vrouw. Deze vrouw is meerdere keren bij aankomst in Nederland gecontroleerd door de KMar en geeft aan dat zij dat vervelend vindt. Zij zou (‘nog steeds’) niets te maken hebben met prostitutie. Dit keer zou zij voor drie dagen naar Nederland zijn gekomen om een aantal vrienden te bezoeken. Uit een verdere observatie van de KMar verbalisanten om een eventuele afhaler te onderkennen, bleek dat de vrouw naar de informatiebalie van de Nederlandse Spoorwegen (NS) is gegaan, vervolgens contact met iemand heeft gezocht via de publieke telefoon, en met haar mobiele telefoon wederom contact met iemand heeft gehad. Vervolgens heeft zij de luchthaven met de trein verlaten. De KMar heeft de vrouw bij CoMensha ter registratie aangemeld." (p. 78)
En hier het tweede voorbeeld:
"Het Sluisteam van de KMar op Schiphol heeft in het kader van de controles bij de zogenoemde risicovluchten uit Bulgarije, gesproken met een hoog opgeleide Bulgaarse vrouw. De vrouw heeft tijdens het gesprek met de KMar verbalisanten aangegeven dat zij vanaf medio 2010 woonachtig is in Amsterdam en ongeveer sindsdien werkzaam is als prostituee in Nederland, waarvoor zij zich heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Haar maandelijkse verdiensten uit de prostitutie kan ze niet aangeven, maar wel geeft ze aan dat de verdiensten niet veel zijn en dat zij de precieze gegevens hierover schriftelijk heeft bijgehouden. De kosten die zij maakt weet ze wel te vertellen en betreffen 1.250 euro voor de huur van haar huis, 90 euro voor de raamhuur overdag en 100 euro voor de raamhuur ’s nachts. Na het gesprek met de vrouw, hebben de KMar verbalisanten geobserveerd in hoeverre de vrouw zou worden opgehaald. Dit bleek vermoedelijk echter niet het geval te zijn: de vrouw heeft alleen de luchthaven verlaten met een taxi. Zij is ter registratie aangemeld bij CoMensha." (p.79-80)
De Nationaal Rapporteur specificeert daarom in haar rapportage de meldingen van de KMar ook apart van de andere meldingen. In de onderstaande grafiek kun je in rood de meldingen van alle organisaties tezamen zien, en in blauw de meldingen die alleen gedaan zijn door de KMar en niet door andere organisaties. Sinds 2012 is het aantal meldingen dat gedaan wordt door alleen de KMar enorm toegenomen. In 2012 melde de KMar alleen onmiddellijk al 500 meer 'mogelijke' slachtoffers dan elke andere organisatie. Echte slachtoffers, of mensen die onterecht vermeld worden als 'mogelijk' slachtoffer?
Dit verklaart de stijging in het aantal 'mogelijke' slachtoffers tussen 2011 en 2012, die plots steeg met maar liefst 40%. Maar dit verklaart nog niet de stijging vanaf 2007, terwijl het aantal rechtszaken sindsdien niet meer steeg. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn wie de Nationaal Rapporteur is. Vanaf 2000 was Dien Korvinus de Nationaal Rapporteur. Sinds 2007 is Corine Dettmeijer echter de Nationaal Rapporteur. En in die 8 jaar zijn de cijfers met 'mogelijke' slachtoffers maar liefst met 845 stuks gestegen. Dat terwijl haar voorganger, Dien Korvinus, slechts een stijging van 238 'mogelijke' slachtoffers had over een periode van 7 jaar.
Nog interessanter is het feit dat sinds Corine Dettmeijer begonnen is als Rapporteur, dat het aantal rechtszaken gelijk is gebleven. Toen zij begon in 2007 lag het aantal rechtszaken per jaar op 281 stuks, en afgelopen jaar waren het er 278. Inderdaad, dat zijn 3 minder rechtszaken sinds zij begonnen is. Dus het aantal rechtszaken is vrijwel gelijk gebleven, terwijl het aantal 'mogelijke' slachtoffers is gestegen van 716 in 2007 (direct al 137 meer dan haar voorganger het jaar daarvoor), naar maar liefst 1561 afgelopen jaar. Dat is een stijging van 845 'mogelijke' slachtoffers, terwijl het aantal rechtszaken niet gestegen is!
Als je echter kijkt naar de periode dat Korvinus Rapporteur was, gingen het aantal meldingen omhoog met 238 stuks, maar ook het aantal rechtszaken steeg in haar periode met 59 stuks. Inderdaad, het aantal meldingen ging meer omhoog dan het aantal rechtszaken, ook procentueel gezien, maar niet met ongelooflijk hoge cijfers. Dat terwijl sinds Dettmeijer de Rappoteur is, het aantal rechtszaken met 1% is gedaald, maar het aantal meldingen van 'mogelijke' slachtoffers met maar liefst 118% is gestegen.
Dus waarom wijken de cijfers van Dettmeijer zo veel af van het aantal echte gevallen in rechtszaken? Ligt dat nu aan Dettmeijer, of is er iets anders aan de hand die deze enorme stijging veroorzaakt van mensen die van alles denken te zien en te moeten melden? Eén verklaring daarvoor kan zijn, dat sinds Dettmeijer Rapporteur is geworden, de focus op mensenhandel in de prostitutie hysterisch is toegenomen. Rond diezelfde periode kwam namelijk ook de zaak van Saban B. aan het licht. En sindsdien ligt prostitutie in Nederland onder een enorm vergrootglas. Iedere mogelijke hint naar iets dat ook maar in de verste verte zou kunnen lijken op mensenhandel, wordt direct gezien als bewijs van mensenhandel. Terwijl in realiteit het aantal rechtszaken van mensenhandel al sinds 2007 hetzelfde is gebleven, zijn mensen meer wantrouwig geworden naar de prostitutie toe, waardoor veel meer mensen ineens gerapporteerd worden als 'mogelijke' slachtoffer.
Dettmeijer brengt slechts de boodschap over. Zij maakt die cijfers niet, ze doet er alleen verslag over. Immers, zij is de Nationaal Rapporteur. De organisaties echter die al deze meldingen doen, die lijken paranoïde te zijn geworden, en zijn alles gaan melden als teken van mensenhandel, wat resulteert in veel meer meldingen, zonder dat het daarbij gaat om echte slachtoffers. Dingen zoals een blauwe plek hebben, wordt onmiddellijk gezien door mensen als mensenhandel, terwijl wij ook gewoon net als ieder ander blauwe plekken kunnen krijgen en niet alleen omdat we slachtoffer zouden zijn.
De zaak van Saban B., die de gemeente Amsterdam aangreep als excuus om raambordelen te sluiten, heeft geleid tot een heksenjacht. Een heksenjacht op slachtoffers van mensenhandel, die in realiteit niet gestegen is sinds 2007, maar mensen vooral meer 'denken' te zien. Deze heksenjacht creëerde een ware 'mensenhandel hype', die abolitionisten zoals Renate van der Zee, Gert-Jan Segers, Dick Pels, Jojanneke van den Berge en Elma Verheij aangrepen voor hun kruistocht tegen prostitutie. Anti-mensenhandel organisaties grepen deze hype aan om hun donaties en subsidies te maximaliseren. Ondertussen zijn het de echte slachtoffers van mensenhandel die het slachtoffer van deze heksenjacht zijn geworden. Omdat steeds meer sekswerkers onterecht als 'slachtoffer' worden gezien, verkwanselt de politie en andere autoriteiten veel tijd aan hen, terwijl die tijd beter gebruikt kan worden om de echte slachtoffers van mensenhandel te helpen.
Origineel gepost op Behind the Red Light District
Auteur: Felicia Anna
Vertaling: Mark van der Beer
Het probleem is echter de focus op mensenhandel in de prostitutie. Aangezien bijna iedere sekswerker in Nederland op enig moment in zijn of haar carrière wel eens onderzocht wordt of hij of zij een slachtoffer is. Dat terwijl de focus hierop in andere branches veel minder is. Kortom, de kans dat een slachtoffer van mensenhandel gevonden wordt in de prostitutie is veel groter, aangezien daar veel meer aandacht voor is. Terwijl de focus op andere branches veel minder is, wat dus ook resulteert in het minder gerapporteerde slachtoffers uit die branches.
De 'mogelijke' slachtoffers die de Nationaal Rapporteur Mensenhandel presenteert zijn niet allemaal echt slachtoffer. De rapportages worden gebaseerd op vermoedens dat iemand een slachtoffer zou kunnen zijn. Dit is dan ook de reden dat de Nationaal Rapporteur dit 'mogelijke' slachtoffers noemt, aangezien ze niet zeker weet of dit ook daadwerkelijk slachtoffers zijn of niet. Kortom, de cijfers zijn gebaseerd op vermoedens en niet op feiten. Ook de definities die sommige organisatie van mensenhandel gebruiken is discutabel. Bijvoorbeeld de Koninklijke Marechaussee (KMar) gebruikt ook als definitie van mensenhandel: een sekswerker die vrijwillig voor dit beroep koos, niet wordt uitgebuit, maar hulp heeft ontvangen bij de migratie naar het land waar ze als sekswerker aan de slag wilt gaan (zoals artikel 273f lid 1 sub 3 van het wetboek aangeeft). Geen slachtoffer dus van uitbuiting of dwang, maar gewoon iemand die hulp heeft gehad de grens over te steken op legale wijze.
Maar volgens het rapport zijn er 1561 'mogelijke' slachtoffers gerapporteerd. Dat is meer dan vorig jaar, toen het nog om 1437 'mogelijke' slachtoffers ging, maar nog steeds minder dan de 1711 uit 2012. Terugkijkend op de rapportages van de Nationaal Rapporteur sinds 2000 is het best een verandering, aangezien er toen 'slechts' 341 'mogelijke' slachtoffers werden gerapporteerd. Dus waar komt deze stijging vandaan? Zijn er simpelweg meer slachtoffers om te melden, zoals abolitionisten beweren, of is er een andere reden dat er steeds meer 'mogelijke' slachtoffers worden gerapporteerd Of worden er wellicht gewoon simpelweg meer mensen onterecht gerapporteerd als 'mogelijk' slachtoffer op basis van onterechte vermoedens?
Wat ons hierop een antwoord zou kunnen geven, is het aantal rechtszaken. Immers, als er meer echt meer slachtoffers zouden zijn, zou dat toch ook moeten resulteren in meer rechtszaken. Maar als je naar de cijfers van rechtszaken kijkt, zie je dat daar weinig aan veranderd is. Ja, het aantal rechtszaken is gestegen sinds 2000, van 144 zaken per jaar in 2000 naar 278 zaken in 2014. Maar de toename in rechtszaken (98%) staat niet in vergelijking tot de toename van gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers (358%) van de Nationaal Rapporteur.
In 2000 maakte alle mensenhandel rechtszaken nog 42% uit van alle gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers. Terwijl het aantal rechtszaken nu nog maar 17% uitmaakt van alle 1561 gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers. Het verschil in aantal rechtszaken en gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers was in 2000 nog maar 134 stuks, terwijl dat verschil nu is opgelopen tot 1220 meer gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers dan daadwerkelijke rechtszaken!
Bovenstaande grafiek toont mooi aan hoe de stijging van gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers is geweest ten opzichte van de stijging in rechtszaken vanaf 2000. Dus terwijl er een lichte stijging is te zien is het aantal rechtszaken, is de stijging in het aantal gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers enorm. Helemaal vanaf het jaar 2007 is het aantal gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers enorm gestegen, en is deze veel meer gaan stijgen ten opzichte van het aantal rechtszaken, waardoor er iets fout lijkt te gaan. Deze twee dingen suggereren dat er veel meer mensen onterecht gerapporteerd worden als 'mogelijk' slachtoffer, aangezien de stijging daarvan niet in vergelijking staat tot het aantal rechtszaken. Kortom, meer mensen worden dan onterecht gerapporteerd als 'mogelijk' slachtoffer, terwijl ze dat helemaal niet zijn.
En dit beeld werd ook bevestigd in het vorige rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, waar een aantal van dit soort gevallen eruit gelicht werd in het rapport. Ik geef hier twee voorbeelden van vrouwen die in dat rapport werden meegeteld als gerapporteerde 'mogelijke' slachtoffers om dit te illustreren:
"Het Sluisteam van de KMar [Koninklijke Marechaussee, red.] heeft in het kader van de controles bij de zogenoemde risicovluchten uit Bulgarije gesproken met een Bulgaarse vrouw. Deze vrouw is meerdere keren bij aankomst in Nederland gecontroleerd door de KMar en geeft aan dat zij dat vervelend vindt. Zij zou (‘nog steeds’) niets te maken hebben met prostitutie. Dit keer zou zij voor drie dagen naar Nederland zijn gekomen om een aantal vrienden te bezoeken. Uit een verdere observatie van de KMar verbalisanten om een eventuele afhaler te onderkennen, bleek dat de vrouw naar de informatiebalie van de Nederlandse Spoorwegen (NS) is gegaan, vervolgens contact met iemand heeft gezocht via de publieke telefoon, en met haar mobiele telefoon wederom contact met iemand heeft gehad. Vervolgens heeft zij de luchthaven met de trein verlaten. De KMar heeft de vrouw bij CoMensha ter registratie aangemeld." (p. 78)
En hier het tweede voorbeeld:
"Het Sluisteam van de KMar op Schiphol heeft in het kader van de controles bij de zogenoemde risicovluchten uit Bulgarije, gesproken met een hoog opgeleide Bulgaarse vrouw. De vrouw heeft tijdens het gesprek met de KMar verbalisanten aangegeven dat zij vanaf medio 2010 woonachtig is in Amsterdam en ongeveer sindsdien werkzaam is als prostituee in Nederland, waarvoor zij zich heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Haar maandelijkse verdiensten uit de prostitutie kan ze niet aangeven, maar wel geeft ze aan dat de verdiensten niet veel zijn en dat zij de precieze gegevens hierover schriftelijk heeft bijgehouden. De kosten die zij maakt weet ze wel te vertellen en betreffen 1.250 euro voor de huur van haar huis, 90 euro voor de raamhuur overdag en 100 euro voor de raamhuur ’s nachts. Na het gesprek met de vrouw, hebben de KMar verbalisanten geobserveerd in hoeverre de vrouw zou worden opgehaald. Dit bleek vermoedelijk echter niet het geval te zijn: de vrouw heeft alleen de luchthaven verlaten met een taxi. Zij is ter registratie aangemeld bij CoMensha." (p.79-80)
De Nationaal Rapporteur specificeert daarom in haar rapportage de meldingen van de KMar ook apart van de andere meldingen. In de onderstaande grafiek kun je in rood de meldingen van alle organisaties tezamen zien, en in blauw de meldingen die alleen gedaan zijn door de KMar en niet door andere organisaties. Sinds 2012 is het aantal meldingen dat gedaan wordt door alleen de KMar enorm toegenomen. In 2012 melde de KMar alleen onmiddellijk al 500 meer 'mogelijke' slachtoffers dan elke andere organisatie. Echte slachtoffers, of mensen die onterecht vermeld worden als 'mogelijk' slachtoffer?
Dit verklaart de stijging in het aantal 'mogelijke' slachtoffers tussen 2011 en 2012, die plots steeg met maar liefst 40%. Maar dit verklaart nog niet de stijging vanaf 2007, terwijl het aantal rechtszaken sindsdien niet meer steeg. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn wie de Nationaal Rapporteur is. Vanaf 2000 was Dien Korvinus de Nationaal Rapporteur. Sinds 2007 is Corine Dettmeijer echter de Nationaal Rapporteur. En in die 8 jaar zijn de cijfers met 'mogelijke' slachtoffers maar liefst met 845 stuks gestegen. Dat terwijl haar voorganger, Dien Korvinus, slechts een stijging van 238 'mogelijke' slachtoffers had over een periode van 7 jaar.
Nog interessanter is het feit dat sinds Corine Dettmeijer begonnen is als Rapporteur, dat het aantal rechtszaken gelijk is gebleven. Toen zij begon in 2007 lag het aantal rechtszaken per jaar op 281 stuks, en afgelopen jaar waren het er 278. Inderdaad, dat zijn 3 minder rechtszaken sinds zij begonnen is. Dus het aantal rechtszaken is vrijwel gelijk gebleven, terwijl het aantal 'mogelijke' slachtoffers is gestegen van 716 in 2007 (direct al 137 meer dan haar voorganger het jaar daarvoor), naar maar liefst 1561 afgelopen jaar. Dat is een stijging van 845 'mogelijke' slachtoffers, terwijl het aantal rechtszaken niet gestegen is!
Als je echter kijkt naar de periode dat Korvinus Rapporteur was, gingen het aantal meldingen omhoog met 238 stuks, maar ook het aantal rechtszaken steeg in haar periode met 59 stuks. Inderdaad, het aantal meldingen ging meer omhoog dan het aantal rechtszaken, ook procentueel gezien, maar niet met ongelooflijk hoge cijfers. Dat terwijl sinds Dettmeijer de Rappoteur is, het aantal rechtszaken met 1% is gedaald, maar het aantal meldingen van 'mogelijke' slachtoffers met maar liefst 118% is gestegen.
Dus waarom wijken de cijfers van Dettmeijer zo veel af van het aantal echte gevallen in rechtszaken? Ligt dat nu aan Dettmeijer, of is er iets anders aan de hand die deze enorme stijging veroorzaakt van mensen die van alles denken te zien en te moeten melden? Eén verklaring daarvoor kan zijn, dat sinds Dettmeijer Rapporteur is geworden, de focus op mensenhandel in de prostitutie hysterisch is toegenomen. Rond diezelfde periode kwam namelijk ook de zaak van Saban B. aan het licht. En sindsdien ligt prostitutie in Nederland onder een enorm vergrootglas. Iedere mogelijke hint naar iets dat ook maar in de verste verte zou kunnen lijken op mensenhandel, wordt direct gezien als bewijs van mensenhandel. Terwijl in realiteit het aantal rechtszaken van mensenhandel al sinds 2007 hetzelfde is gebleven, zijn mensen meer wantrouwig geworden naar de prostitutie toe, waardoor veel meer mensen ineens gerapporteerd worden als 'mogelijke' slachtoffer.
Dettmeijer brengt slechts de boodschap over. Zij maakt die cijfers niet, ze doet er alleen verslag over. Immers, zij is de Nationaal Rapporteur. De organisaties echter die al deze meldingen doen, die lijken paranoïde te zijn geworden, en zijn alles gaan melden als teken van mensenhandel, wat resulteert in veel meer meldingen, zonder dat het daarbij gaat om echte slachtoffers. Dingen zoals een blauwe plek hebben, wordt onmiddellijk gezien door mensen als mensenhandel, terwijl wij ook gewoon net als ieder ander blauwe plekken kunnen krijgen en niet alleen omdat we slachtoffer zouden zijn.
De zaak van Saban B., die de gemeente Amsterdam aangreep als excuus om raambordelen te sluiten, heeft geleid tot een heksenjacht. Een heksenjacht op slachtoffers van mensenhandel, die in realiteit niet gestegen is sinds 2007, maar mensen vooral meer 'denken' te zien. Deze heksenjacht creëerde een ware 'mensenhandel hype', die abolitionisten zoals Renate van der Zee, Gert-Jan Segers, Dick Pels, Jojanneke van den Berge en Elma Verheij aangrepen voor hun kruistocht tegen prostitutie. Anti-mensenhandel organisaties grepen deze hype aan om hun donaties en subsidies te maximaliseren. Ondertussen zijn het de echte slachtoffers van mensenhandel die het slachtoffer van deze heksenjacht zijn geworden. Omdat steeds meer sekswerkers onterecht als 'slachtoffer' worden gezien, verkwanselt de politie en andere autoriteiten veel tijd aan hen, terwijl die tijd beter gebruikt kan worden om de echte slachtoffers van mensenhandel te helpen.
Origineel gepost op Behind the Red Light District
Auteur: Felicia Anna
Vertaling: Mark van der Beer
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Een reactie posten